Kinderboekenweekspecial

AANGEBODEN DOOR:

‘Er is zo veel te winnen.’

‘Nog drie.’ ‘Kunnen we dan nu ...’ Papa glimlacht. ‘Oké, kom maar. Dan gaan we die kant wel vast op.’

CorienOranje OliviervandeVoort

De laatste groep is van start gegaan. Olivier staat bij zijn startblok en wacht ongeduldig tot de zwemmers voor hem klaar zijn en hij het water in mag. Hij kijkt naar zijn tegenstanders. Er is een jongen bij die een hand mist, en een gedrongen jongen met korte bovenbenen. Hij heeft geen idee wat de anderen hebben. Er is niks aan ze te zien. Hij ademt diep in en uit, slingert zijn armen los, rekt zijn spieren. Eindelijk is de race afgelopen. Een fluitsignaal. Hij springt het water in, trekt zijn mutsje nog een keer goed aan en pakt de beugels aan het startblok vast. Rugslag. Hij haalt diep adem. Let’s do this! Zodra het startsein klinkt, is hij weg. Hij golft door het water, kijkt niet links of rechts. Het maakt niet uit waar zijn tegenstanders zijn. Het enige dat telt is dat hij zo hard mogelijk gaat. De vlaggen, vlak voor het eind. Nog twee slagen, dan moet hij op zijn buik. Hij duikt onder, rolt, zet zich met zijn been zo hard mogelijk af tegen de muur, komt weer boven, zijn armen gestrekt. Dat voelde als een goede afzet. Kom op, nu door. Nu moet het gebeuren. Hij hoort niets. Hij ziet niets. Hij voelt de vermoeidheid, maar hij zwemt door, zo hard hij kan, in een laatste explosie van energie. De vlaggen. Hij tikt aan, kijkt omhoog, verbaasd dat het al voorbij is. Hij is eerder dan de andere zwemmers, maar hij heeft geen idee hoe hij het gedaan heeft. Is hij ver genoeg voorgebleven? Hij weet het niet. Hij weet alleen dat hij nog nooit in zijn leven zo hard gezwommen heeft. Hij klimt het water uit, gaat terug naar zijn plaats en droogt zich af. Wat papa tegen hem zegt, dringt niet door. Hij kijkt naar de jongens die klaarstaan bij de startblokken. Een jongen met een onderbeenamputatie, net als hij, maar veel breder en gespierder. Een jongen die zich vanaf zijn rolstoel in het water laat zakken, en een paar jongens aan wie hij helemaal niks kan zien. De stem uit de luidspreker. ‘Op uw plaatsen ...’ Het startsein klinkt. Ze zijn weg. Snel zijn ze. Sneller dan hij. Het maakt niet uit. Dit zijn de beste zwemmers van Nederland. Natuurlijk zijn ze sneller dan hij. Hij is pas een paar maanden geleden weer begonnen. Hij mag al blij zijn dat hij kon meedoen. Dat hij de limieten gehaald heeft. Als je meedoet, heb je al gewonnen.

Hoe het verdergaat lees je in Kampioen 2.0.

Uitgeverij Columbus Kinderboeken Auteurs: Corien Oranje en Olivier van de Voort

25

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online