Kinderboekenweekspecial

Leesfragment uit een Columbus kinderboek KAMPIOEN 2.0 Geschikt voor: groep 6-8

Olivier verliest op 11-jarige leeftijd zijn been. Dit weerhoudt hem er niet van om topsporter te worden! Hoe is het nu met hem? Dat lees je in Kampioen 2.0. Tien jaar na de eerste druk van Kampioen, en inmiddels 9 drukken verder, verschijnt Kampioen 2.0. In dit boek werken auteur Corien Oranje en topsporter Olivier van de Voort samen als schrijvers. Het eerste deel van de herziene editie is gebaseerd op de vorige editie van Kampioen, maar werd herschreven op basis van de herinneringen van Olivier. Daardoor komt zijn verhaal nog dichterbij. In het tweede deel komt de nu 23-jarige Olivier dan ook zelf aan het woord. Over hoe hij als 13-jarige met een handicap in een topsporter veranderde die alles aan de kant zet om zijn doel te bereiken: de Paralympics in Rio. Fragment uit het boek Vlak bij de douches zit een groepje zwemmers met een handicap. Zijn tegenstanders van zo meteen? Ze lijken elkaar allemaal te kennen. Een van de jongens herkent hij. Dat is iemand tegen wie hij gisteren gezwommen heeft. Iedereen is hier met vrienden. Hij is de enige die alleen is. Nou ja. Niet helemaal alleen. Hij heeft zijn coach bij zich. Zijn eigen privécoach. Papa. Die gisteren speciaal voor hem vrij heeft genomen van zijn werk om hier te kunnen zijn. Papa, die de wedstrijden met hem doorneemt, hem vertelt wanneer hij aan de start moet zijn, welke baan hij heeft, die met hem bespreekt hoe hij de race het best kan opbouwen, waar hij op moet letten. ‘Olivier? Die honderd rugslag, zo meteen ...’ Hij knikt. ‘Ja?’ ‘Ik heb zitten kijken. Je hebt de lichtste handicap van jouw groep. Dat betekent dat je je niet aan de anderen kunt optrekken. Je moet helemaal je eigen tempo zwemmen. Als je wilt winnen, moet je twee seconden voor de rest eindigen. Minstens. Want na jou komen er nog twee groepen zwemmers.’ ‘Oké.’ Hij knikt een paar keer achter elkaar, zijn hoofd gebogen, en wrijft met zijn handen over zijn gezicht. In gedachten heeft hij de race al honderd keer gezwommen. Het startblok. De afzet. Onder water zwemmen, zijn armen gestrekt achter zijn hoofd, tot het moment dat hij de vlaggen ziet. Doorhalen, strekken. De vlaggen. Het keerpunt. En dan de sprint. Zijn favoriete deel van de race. Kon hij de tijd maar vooruit laten springen. Hij wil zwemmen. Nu. Hij rekt zich uit. ‘Hoelang nog?’ Papa bladert in zijn papieren, streept iets aan. ‘Nog vijf groepen.’ ‘Nog vijf?’ Hij voelt hoe de spanning bezit van hem neemt, zijn buik in kruipt, en zich van daaruit verspreidt door zijn armen en benen. Nog vijf groepen. ‘Nog vier’, zegt papa even later. Hij wipt op en neer. Nog vier. Nog vier. Kom op.

24

Kinderboekenweek 2021

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online