Kinderboekenweekspecial

Deze interactieve publicatie is gemaakt met FlippingBook, een online streamingdienst voor PDF's. Geen downloads, geen wachttijd. Open de publicatie en begin meteen te lezen!

KINDER BOEKEN WEEK special

WORDEN wat je wil

De Kinderboekenweek van 2021 staat in het teken van beroepen. Het maakt niet uit wie je bent, wat je leeftijd is en waar je goed in bent; als je maar wordt wat jij wil. Ga je aan de slag bij de brandweer? Werk je later in het ziekenhuis? Droom je van een beroep als astronaut, YouTuber of barman? Misschien lijkt jou een carrière als bekende zangeres wel helemaal fantastisch! Door het lezen van boeken kun je eindeloos fantaseren over wat je wil worden.

Tijdens de Kinderboekenweek 2021 kun je alles worden wat je wil en alvast dromen over later!

Cadeautje

Deze Kinderboekenweekspecial is een cadeautje van ons aan jullie. Samen met onze partners verzamelden we verhalen en activiteiten die alles met het thema ‘Worden wat je wil’ te maken hebben. Deze verhalen en activiteiten zijn geschikt voor verschillende leeftijden. Leuk om voor, tijdens of na de Kinderboekenweek samen te lezen en doen.

Activiteit: school - werk geschikt voor groep 1-2 ______________________________________________________________________________________________ 4 Woordenschat vergroten: Kijkdoos geschikt voor groep 1-4 _____________________________________________________________ 6 Zelf lezen: brandweer AVI-niveau M3 ___________________________________________________________________________________________________________________ 10 Zelf lezen: vuilnisman AVI-niveau M3 __________________________________________________________________________________________________________________ 12 Zelf lezen: bakker geschikt voor groep 4 _ ________________________________________________________________________________________________________________ 14 Zelf lezen: piloot geschikt voor groep 5 _____________________________________________________________________________________________________________________ 16 Zelf lezen: apenstreken geschikt voor groep 6 _________________________________________________________________________________________________ 18 Lesplan: de gifmenger geschikt voor groep 5-8 _ _______________________________________________________________________________________________ 20 Zelf lezen: Björk geschikt voor groep 6-8 _ _________________________________________________________________________________________________________________ 21 Zelf lezen: Kampioen 2.0 geschikt voor groep 6-8 __________________________________________________________________________________________ 24 Activiteit: zoektermen geschikt voor groep 6-8 ________________________________________________________________________________________________ 26 Beroepentest geschikt voor groep 7-8 _ ___________________________________________________________________________________________________________________________ 28 Tips voor thuis _ __________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________ 34

3

Activiteitenkaart SCHOOL – WERK Geschikt voor: groep 1-2

Introductietekst Vandaag zijn ze in groep 2 begonnen met een nieuw thema ‘school en werk’. “Voordat jullie naar huis gaan, krijgen jullie een opdracht van mij,” zegt juf ,

“let onderweg goed op welke beroepen je tegenkomt, dan gaan we dat morgen bespreken. Tot morgen! ” Lars loopt samen met zijn vriendje Nick naar huis.

“Kijk een timmerman !” roept Lars. “Die timmerman is aan het klussen bij de winkel.” zegt Nick. “En ik zie naast die winkel een kapper aan het werk.” zegt Lars. “Ja en daarnaast een bakker .

Hmm wat ruikt dat toch lekker!” zegt Nick. “Kijk! Die politieagent schrijft een bekeuring. Waarvoor is dat?” vraagt Lars.

Samen lopen ze richting de politieagent. Ze zien het al. De timmerman heeft zijn busje verkeerd geparkeerd! Oeps!

Top- Ontdekkers uitproberen? Neem contact op met onze klantenservice voor een proeflicentie.

Welke beroepen ken jij allemaal?

Sleutelwoorden

Doelen

• Ik weet wat een timmerman, een kapper, een bakker, een dokter, een politieagent en een juf doet. • Ik kan voorwerpen aan de bovenstaande beroepen koppelen. • Ik kan samen met klasgenoten een toneelstukje bedenken over een beroep.

Juf Timmerman Kapper Bakker Politieagent

4

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

OPDRACHT A

Kringgesprek – Klassikaal

VOORBEREIDING : verzamel voorwerpen die te maken hebben met de verschillende beroepen uit de sleutelwoorden. Leg deze voorwerpen in het midden van de kring.

1 Ga met de leerlingen in de kring zitten. Vertel dat dit thema over beroepen gaat. Vraag aan de leerlingen: Wat is dat, een beroep? - Welke beroepen ken je? 2 Lees de introductietekst voor. Vraag aan de klas: - Welk beroep doet je vader/moeder? 3 Vertel dat in het midden van de kring allemaal voorwerpen liggen die te maken hebben met een beroep. Om de beurt pakken de leerlingen één voorwerp en zeggen wat het is en bij welk beroep het hoort.

OPDRACHT B

Toneelstukje maken – Groepjes

VOORBEREIDING : verzamel voorwerpen die te maken hebben met de verschillende beroepen uit de sleutelwoorden.

1 Verdeel de klas in groepjes van vier. Wijs elk groepje een beroep toe en geef de bijbehorende voorwerpen erbij. 2 Elk groepje maakt met de voorwerpen een toneelstukje over dat beroep. Help de groepjes op weg door gerichte vragen te stellen zoals: - Speelt het werk zich buiten of binnen af? - Moet je samen- werken met anderen? - Wat zijn de taken op een dag? 3 Als alle leerlingen het toneelstukje geoefend hebben, laat elk groepje het toneelstukje aan de klas zien. De klas raadt welk beroep ze naspelen.

OVER TOPONTDEKKERS TopOntdekkers 1/2 bestaat uit 12 thema’s, met elk 5 opdrachtkaarten. Elk jaar worden er 6 thema’s aangeboden. De leerkracht kiest een opdrachtkaart met een onderwerp. Deze wordt klassikaal geïntroduceerd en de kinderen doen alleen, in tweetallen of in groepjes de bijbehorende verwerking op deze kaart. Elke opdracht kent een eigen specifieke verwerking binnen het onderwerp. Hierbij is rekening gehouden met de ontwikkeling van de kleuters. Aan de orde komen: kringgesprek, een hoekenles, een buiten­ activiteit, knutselopdrachten en nog veel meer.

5

Kijkdoos-projecthulp EEN HUIS BOUWEN Geschikt voor: groep 1-4

Woordenschat vergroten Bied woorden aan uit de woordenschat voor groep 1-2 (basiswoordenschat) en/of voor groep 3-4 (uitbreiding). Wijs ze aan op de kijkplaat (p. 8/9) en benoem ze. Laat items zoeken op de kijkplaat op basis van vragen en laat de leerlingen ze op de kijkplaat aanwijzen aan de hand van de woordenlijsten groep 1-2 en/of groep 3-4.

Woordenschat groep 1-2 – basiswoordenschat

Zelfstandig naamwoorden de bouwplaats de hijskraan

de deur het raam het dak de bouwvakker

de metselaar de bouwhelm de vrachtwagen de dakpannen

een huis de muur

Werkwoorden zagen verven hijsen metselen

Bijvoeglijk naamwoorden nieuw stevig hoog

Bijwoorden boven beneden

Praatvragen groep 1-2 Waaruit bestaat een huis? Voor wie bouw je een huis? Wie helpen er mee aan het bouwen van een huis? Welke machines gebruiken ze bij de bouw van een huis? Waar is de badkamer in dit huis? Waaraan zie je dat? Wat betekent het grote bord op het hek, denk je? Waarom moet je op de bouwplaats een helm op?

Dit is een fragment van het projectthema ‘Een huis bouwen’. Scan voor differentiatie en meer activiteiten onderstaande QR-code en bekijk de complete gratis les.

6

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

Woordenschat groep 3-4 – uitbreiding woordenschat

Zelfstandig naamwoorden de nieuwbouwwoning het woonhuis

de loodgieter de elektricien de architect de schilder

de dakdekker het cement

prefabonderdelen de zonnepanelen

Werkwoorden dakdekken aanleggen voegen schilderen

Bijvoeglijk naamwoorden stenen betonnen houten metalen

Praatvragen groep 3-4 Wie werkt er aan het bouwen van een huis? Hoe werkt een hijskraan? Waarom heb je een hijskraan nodig als je een huis bouwt? Op de vrachtwagen zie je betonnen driehoeken met een raamgat erin. Wat gaan ze daarmee doen? Welke dingen legt de installateur aan? Wat doen de mannen met de witte en de blauwe helm op? Waar is het bruine hokje met het hartje voor? Waarom staat dat op een bouwplaats? Wat komt er uit het blauwe kastje? Waarom denk je dat? Waarom mag je niet zomaar op een bouwplaats lopen, denk je?

OVER KIJKDOOS-PROJECTHULP VAN SCHOOLSUPPORT Met Kijkdoos-projecthulp begin je snel een project bij een van de Kijkdoosthema’s. Met de tips en ideeën besteed je aandacht aan woordenschat en leg je de link naar de belevingswereld van je leerlingen met filmpjes, boekentips en kleurplaten.

Het extra materiaal bij elk projectthema bevat: - vertelwoorden bij de kijkplaat voor groep 1-2 en voor groep 3-4 om woordenschat uit te breiden; - vragen om over de kijkplaat te praten (woordenschat); - specifieke vragen om dieper in te gaan op de kijkplaat, voor groep 1-2 en 3-4 (wereldoriëntatie); - bronnen: * links naar filmpjes die passen bij de kijkplaat; * boekentips bij het thema voor groep 1-2 en voor 3-4; * links naar kleurplaten bij het thema voor groep 1-2 en voor 3-4.

7

Vervolg Kijkdoos-projecthulp EEN HUIS BOUWEN Geschikt voor: groep 1-4

8

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

9

AVI-Kanjer Als ik groot ben BRANDWEER AVI-niveau: M3

10

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

11

AVI-Kanjer Als ik groot ben VUILNISMAN AVI-niveau: M3

12

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

13

Verhaal uit de leesmethode Atlantis OP BEZOEK BIJ BAKKER BRAM Geschikt voor: groep 4

Op bezoek bij bakker Bram

Line: Dag bakker Bram.

Ik doe mijn spreekbeurt over bakkers. Ik heb een paar vraagjes. Mag ik die aan u stellen? Ik heb wel een paar minuutjes tijd. Line: Wilde u vroeger ook al bakker worden? Of kreeg u dat idee pas later? Ik kom uit een familie van bakkers. Mijn broertjes en ik hielpen mijn ouders vaak. Line: Ze zeggen dat bakkers altijd vroeg opstaan. Klopt dat?

Bakker Bram: Ja hoor!

Bakker Bram: Dat wil ik al mijn hele leven.

Bakker Bram: Dat klopt zeker!

Mijn wekker gaat al om vier uur. Dan zit het zonnetje nog verstopt achter de horizon! Line: Ja, dan is het nog helemaal donker!

Dan lig ik nog lekker te slapen. Waar begint u als eerste mee?

14

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

OVER DE LEESMETHODE ATLANTIS VAN DELUBAS In Atlantis worden technisch en begrijpend lezen volledig geïntegreerd aangeboden. Kinderen leren teksten vlot, vloeiend en met begrip te lezen. Omdat leesplezier de basis is voor leessucces, staat de leesbeleving in elke les centraal. Daarnaast biedt Atlantis speciale leesplezierlessen aan. Dankzij het unieke didactische differentiatiemodel kan Atlantis gemakkelijk en effectief worden ingezet in (combinatie)groepen met grote niveauverschillen.

Bakker Bram: Ik begin altijd met de bolletjes. Die zijn mini. Dat deeg rijst snel.

En ze hoeven maar 15 minuten in de oven. Daarna ga ik de grote broden bakken.

Line: Hoeveel broden bakt u per week?

Bakker Bram: Ik denk wel duizend! Line: Zo, dat is veel!

Wat doet u met de broodjes die over zijn? Geeft u die aan de eendjes?

Bakker Bram: (lacht) Nee, die eten we zelf op.

Of we geven ze aan buren en vrienden. Maar voor vandaag heb ik een topidee. Hou je van koekjes? Deze met sterretjes heb ik over!

Line: Ja, daar ben ik dol op! Bakker Bram: Dan mag jij ze hebben. Deel ze maar uit in je klas. Line: Dank je wel, bakker Bram.

Nu gaat mijn spreekbeurt vast prima!

Stel, jij gaat ook op bezoek bij de bakker. Wat zou jij dan willen vragen?

Dit is een tekst uit de leesmethode Atlantis www.delubas.nl/Atlantis

15

Verhaal uit de leesmethode Atlantis HET LEVEN VAN EEN PILOOT Geschikt voor: groep 5

Het leven van een piloot

Piloot worden, wie droomt daar nou niet van? Alsof je altijd op vakantie bent! Maar hoe is het echt om piloot te zijn? We vragen het piloot Kim Vleugel.

Hoe kwam je op het idee om piloot te worden? Na mijn eerste vliegreis wist ik het. Het leek me machtig om een vliegtuig te besturen, zo hoog boven de wolken. Ik ging vliegspelletjes doen op de computer. Ook bouwde ik veel modelletjes van vliegtui- gen. Lekker prutsen met lijm en verf. Klinkt goed! Maar hoe word je piloot? Daarvoor ga je naar de vliegschool. Als je je daar inschrijft, kijken ze eerst of je geschikt bent. Zijn je ogen wel goed? Als je onscherp ziet of afstanden fout inschat, is dat natuurlijk gevaarlijk. En je moet bijvoorbeeld ook snel rekensommetjes kunnen maken. Pas als je alle testen haalt, mag je beginnen. Wat leer je op de vliegschool? Hoe alles in een vliegtuig werkt. En hoe je het moet besturen. Ook leer je wat je moet doen bij slecht weer. Verder leer je hoe je moet praten met de mensen in de verkeerstorens op vliegvelden. Zij houden alle vluchten in de gaten. Gesprekken met hen moeten snel en duidelijk zijn. Als je elkaar verkeerd begrijpt, kunnen er ongelukken gebeuren. Oefen je meteen in een echt vliegtuig? Nee, het vliegen oefen je eerst in een simulator. Dan lijkt het net alsof je een echt vliegtuig bestuurt, maar het is gewoon een kamer in de vliegschool. Alles is er nagemaakt met computers.

16

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

TOKYO SYDNEY NEW YORK LONDEN

Hoe is het om steeds de hele wereld over te vliegen? Leuk, maar ook vermoeiend. Je maakt lange dagen. En je werkt op wisselende tijden. Soms zelfs ’s nachts. Dat verstoort je ritme. Je slaapt als piloot vaak in hotelletjes. Ik neem dan weleens een slaappilletje... Je hebt gelukkig regelmatig een paar dagen vrij om weer bij te komen.

Wacht, ik heb wat plaatjes van mijn reizen.

Kijk, het noorderlicht. Een bijzonder verschijnsel, maar als piloot krijgt je het vaak te zien.

Een piloot heeft het erg druk. Je moet altijd opschieten. Dit was in China. Ik had tien minuten om met een collegaatje een loempiaatje te eten.

Dit was in Afrika, na een noodlanding in de woestijn. Het liep goed af, maar ik was wel geschrokken.

Ik wil niet opscheppen, maar deze beroemde popster heb ik naar Amerika gevlogen. Dit krantenfotootje is gemaakt toen hij uit mijn vliegtuig stapte.

Wat lijkt jou leuk aan het beroep van piloot? Wat lijken je minder leuke kanten?

Dit is een tekst uit de leesmethode Atlantis www.delubas.nl/Atlantis

17

4 Voorbereiden op theaterlezen.

We lezen de tekst samen. Ieder zijn eigen rol.

Ik oefen eerst ...

Joakim

Puck

Marloes

Verhaal uit de leesmethode Karakter APENSTREKEN Geschikt voor: groep 6

WEEK 4 | LE S 2

5 Theaterlezen.

4 Voorbereiden op theaterlezen. Lees de tekst samen. Apenstreken

OVER DE LEESMETHODE KARAKTER VAN MALMBERG In Karakter gaan goed technisch leesonderwijs en leesmotivatie hand in hand. Hoe? In elke les staat één leesdoel voor technisch of vloeiend lezen centraal en is alles op dat doel gericht. Echte focus op technisch en vloeiend lezen dus, en dat maakt het verschil. Het resultaat? Een klas vol enthousiaste lezers. Puck: Oh, wat zal die nieuwe berenverzorgster schrikken op haar eerste dag bij ons in de dierentuin. Trek snel dit apenkostuum aan. We verstoppen ons bij panda Ping Ping. Dat is het eerste dier dat ze moet voederen. Spannend! Joakim: We bedekken ons met deze bladeren. Dan springen we op, roepen heel hard BOE, en krijsen en dansen als een echte aap. Daar is ze. Ssst. Stil! Marloes: Dag panda Ping Ping. Mijn naam is Marloes. Vanaf vandaag kom ik je verzorgen. Heb je honger? Wil je graag een bamboe om op te knabbelen? Puck: BOE! OE OE OE! Joakim: Welkom in ons team, Marloes. OE OE OE! Marloes: Wat auw! Jullie zijn Puck en Joakim, zeker? De anderen hadden me al verteld over jullie en je apenstreken, maar mij laat je niet schrikken. Puck: Houd je niet van een goede grap? Jammer! We moeten hier hard werken, en af en toe willen wij eens goed lachen. Joakim, waarom bloos je? Joakim: Ik ben de slangenverzorger. Kom je straks naar het reptielenverblijf? Dan leg ik de regenboogboa in je nek en maak een foto van jou en de slang. Marloes: Nu is het genoeg! Weg met die onzin! Hoe halen jullie het in je hoofd om pandabeer Ping Ping te storen? Ze is net bevallen van Ping Pong. Puck: Oh, wat zal die nieuwe berenverzorgster schrikken op haar eerste dag bij ons in de dierentuin. Trek snel dit apenkostuum aan. We verstoppen ons bij panda Ping Ping. Dat is het eerste dier dat ze moet voederen. Spannend! Joakim: We bedekken ons met deze bladeren. Dan springen we op, roepen heel hard BOE, en krijsen en dansen als een echte aap. Daar is ze. Ssst. Stil! Marloes: Dag panda Ping Ping. Mijn naam is Marloes. Vanaf vandaag kom ik je verzorgen. Heb je honger? Wil je graag een bamboe om op te knabbelen? Puck: BOE! OE OE OE! Joakim: Welkom in ons team, Marloes. OE OE OE! Marloes: Wat auw! Jullie zijn Puck en Joakim, zeker? De anderen hadden me al verteld over jullie en je apenstreken, maar mij laat je niet schrikken. Puck: Houd je niet van een goede grap? Jammer! We moeten hier hard werken, en af en toe willen wij eens goed lachen. Joakim, waarom bloos je? Joakim: Ik ben de slangenverzorger. Kom je straks naar het reptielenverblijf? Dan leg ik de regenboogboa in je nek en maak een foto van jou en de slang. Marloes: Nu is het genoeg! Weg met die onzin! Hoe halen jullie het in je hoofd om pandabeer Ping Ping te storen? Ze is net bevallen van Ping Pong. Karakter uitproberen? Neem contact op met onze klantenservice voor een zichtzending en/of proeflicentie. O H W Marloes Puck Ik oefen eerst ... We lezen de tekst samen. Ieder zijn eigen rol. Joakim 5 Theaterlezen. Lees de tekst samen. Apenstreken

26

_569304_KRK_gr6_LWB_3_WK1-4.indd 26

14-08-18 08:41

18

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

Puck: Wat ben jij een strenge tante. Panda Ping Ping kan heus wel tegen een stootje. We gaan al. Ik ga de pinguïns lekkere visjes geven. Die zijn wel leuk. Joakim: Hé, stil eens. Er zit daar een man achter die boomstronk. Hij wikkelt iets in een doek. Het is iets zachts, iets rozigs. Het beweegt op en neer. Marloes: Help! Iemand wil baby Ping Pong stelen! Waarom is deze kooi niet extra beveiligd? Pandaberen zijn zo zeldzaam. Ze zijn heel veel waard. Puck: Oh, de dief gaat ervandoor. We moeten de politie bellen! Mijn vingers trillen te veel. Het lukt niet. En wat is het alarmnummer ook alweer? Help! Joakim: Rustig, Puck. Het nummer is 112. Bel jij, Marloes? Ik ga erachteraan! Marloes: Wees voorzichtig, Joakim. Ik bel de politie. Hallo? Een overval! Kom naar de dierentuin. Er is een gemaskerde man, die steelt Ping Pong. Puck: Joakim slaat op zijn borst en gromt. Goed zo! De dief denkt dat hij een echte aap is. Hij krimpt ineen. Joakim: Ik hou deze schurk in bedwang. Marloes, neem jij Ping Pong voorzichtig uit zijn handen? Hij moet snel terug naar zijn mama. Lukt het? Marloes: Ja hoor. Wat is Ping Pong schattig. Oei! Hij rilt en snift. Is hij ziek? Puck: Ik hoop het niet. Onze pandababy is geliefd bij iedereen. De bezoekers komen speciaal voor hem. Ze willen allemaal een foto van dit lieve schatje. Joakim: Puck, houd jij de dief vast. Ik trek mijn apenpak uit en wikkel Ping Pong in de zachte stof, dan krijgt hij het lekker warm. Ik wieg hem in mijn armen. Marloes: Oeps, mama Ping Ping gromt. Pas op! Ik denk dat ze jaloers is. Ze komt naar je toe. Ze zal toch niet bijten? Oh, wat moet ik doen? Ik ben bang. Puck: Dat hoeft niet. Kijk! Ping Ping geeft Joakim een dikke knuffel. Haha, ze likt zijn wangen! Ik neem een foto. Zoiets schattigs heb ik nog nooit gezien. Joakim: Daar is de politie. Neem jij het over, Marloes? Ik hoop dat we goed zullen samenwerken. Misschien tot later? Ik ga naar de sissende slangetjes.

Marloes: Wacht! Ik geef je een kus. Je bent een held! Je redde Ping Pong. Puck: Jullie lijken wel tortelduifjes! Vlieg maar naar de vogelkooi. Grapje!

Twiggy Bossuyt

19

Kijk terug Je las een theaterrol. Wat vond je leuk

Lesplan uit de methode Kidsweek in de Klas DE GIFMENGER (UIT HET BOEK: WEET JE WAT IK WORDEN WIL...) Geschikt voor: groep 5-8

AANGEBODEN DOOR:

De gifmenger

Speciaal voor de Kinderboekenweek maakte Kidsweek in de Klas een les begrijpend lezen met schrijfopdracht bij het verhaal De gifmenger uit het boek Weet je wat ik worden wil... Wanneer de juf vraagt wat haar leerlingen willen worden, blijkt Jeffrey wel een heel bijzonder beroep gekozen te hebben. Gifmenger, dát wil hij later worden. Het valt nog niet mee om dat uit te leggen aan zijn juf en ouders, want gif is toch gevaarlijk? Daarom gaat Jeffrey op zoek naar een manier om zijn ouders en juf te overtuigen van zijn toekomst- plannen.

Scan de QR-code voor het hele verhaal en het gratis lesplan

41

OVER KIDSWEEK Kidsweek is een echte papieren krant, voor kinderen van 7 tot 12 jaar. Wekelijks staat Kidsweek vol nieuws uit binnen- en buitenland, dierennieuws en grappige weetjes. Bij de krant maakt Kidsweek in de Klas twee kerndoeldekkende lesmethodes voor het basisonderwijs: Kidsweek in de Klas – Begrijpend Lezen (met lessen begrijpend luisteren en lezen voor groep 1 t/m 8) en Kidsweek in de Klas – Wereld & Taal (met geïntegreerde lessen wereldoriëntatie en taal voor groep 5 t/m 8).

20

Kinderboekenweek 2021

Verhaal uit de methode Blink Lezen BJÖRK (IJSLANDSE ZANGERES DIE KUNST, TECHNIEK EN NATUUR COMBINEERT) Geschikt voor: groep 6-8

AANGEBODEN DOOR:

Scan de QR-code en lees meer over deze les

Je bent wie je wilt zijn!

Neem de kinderen mee op een ontdekkingstocht langs de levens van drie wereldkinderen om te ontdekken wie zij graag zouden willen zijn...

WERELDKIND BJÖRK

Een van de drie wereldkinderen in wie de kinderen zich gaan verdiepen is de IJslandse zangeres Björk. Ze was vroeger een buitenbeentje op school en werd al jong beroemd. Tom Adams schreef een verhaal over haar dat staat in het boek Wereldkinderen* (Gottmer Uitgeverij Groep, 2020), waarin nog 49 andere inspirerende verhalen te vinden zijn. Het verhaal van Björk lees je op p. 22 en 23 van dit boekje. Verhalen over andere kinderen kunnen kinderen inspireren om zelf na te denken over wie zij zouden willen zijn en worden. Eigenwijs en creatief, zoals Björk? Dapper zoals Mohamad Al Jounde, de Syrische vluchteling die zijn eigen school bouwde? Of innovatief zoals Ann Makosinski, de jonge uitvinder die van warmte elektriciteit maakte? Laat je in deze les meenemen in het leven van drie wereldkinderen en laat de kinderen in je klas schrijven over hun eigen dromen!

*) Het boek Wereldkinderen (Gottmer Uitgevers Groep, 2020) is een van de voorleesboeken die horen bij de nieuwe leesmethodiek Blink Lezen. Met deze gratis les maak je al een beetje kennis met Blink Lezen.

Blink lezen uitproberen? Neem contact op met onze klantenservice

OVER BLINK LEZEN Blink Lezen is een complete leesmethode waarbij de nieuwsgierigheid van kinderen de basis is. Een combinatie van begrijpend lezen (en luisteren en kijken), technisch lezen, vrij lezen en voorlezen. Met meeslepende verhalen en de afwisselende opdrachten verveelt lezen nooit. Kinderen ervaren dat er met lezen een wereld voor ze opengaat. Vol spannende gebeurtenissen, bijzondere belevenissen en verrassende mensen.

21

Björk

IJslandse zangeres die kunst, techniek en natuur combineert Anders durven zijn

Björk Guðmundsdóttir werd in 1965 geboren in Reykjavik, IJsland. Haar naam betekent ‘berk’, een boom die op het IJslandse platteland veel voorkomt. Ze was als jong meisje al heel muzikaal: toen ze 5 was leerde ze fluit en hobo spelen, en ze hoefde een liedje maar 1 keer te horen om het te kunnen spelen. Björks ouders gingen uit elkaar toen ze nog jong was, dus ze woonde afwisselend bij haar moeder en bij haar vader. Die luisterden naar heel verschillende muziek – haar vader hield van klassiek en haar moeder van rock en pop – waardoor Björk opgroeide met allerlei muzikale invloeden. Soms nam Björks moeder haar mee de wildernis in om dichter bij de natuur te komen. Ze beklommen bergen, ontdekten het ijs, de bronnen en de geisers die IJsland zo uniek maken en luisterden naar de bijzondere geluiden die al die natuurverschijnselen maakten.

Als kind was Björk anders dan de rest. Dat kwam doordat ze er opvallend uitzag, maar ook doordat ze af en toe gekke dingen deed. Zo trok ze ooit de kleren van haar opa aan naar school, en ze droeg ook weleens een dekbedovertrek waar ze gaten in had geknipt voor haar hoofd en armen. Dat viel op! Een eerste album Op een dag maakte Björks juf op school een geluidsopname van Björk die een popliedje zong. Dat klonk zo goed dat de juf het naar de enige radiozender van IJsland stuurde – en die speelden het af. Iemand van een platenmaatschappij hoorde het en bood Björk direct aan om een plaat op te nemen. Zo kwam het dat Björk 11 was toen ze al haar eerste album maakte: Björk. Het album was een mix van traditionele IJslandse liedjes en popnummers en werd platina, wat betekent dat er in IJsland meer dan 10.000 exemplaren van werden verkocht. Nu had Björk het echt te pakken. Van het geld dat ze met het album had verdiend, kocht ze een piano. Ze ging ook liedjes schrijven en zocht naar een band om samen mee te spelen. Alles inspireert me. Boeken, het weer, het water, mijn schoenen, of ze nou lekker zitten of niet. Alles. Björk nam haar eerste album op toen ze 11 was en maakt nog steeds nieuwe muziek 34

22

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

Soms doe ik per ongeluk wat ik dénk dat ik moet doen in plaats van wat ik wÍl doen. Zo maakte zij het verschil Toen The Sugarcubes uit elkaar gingen, ging Björk in haar eentje optreden. Haar eerste soloalbum, Debut, kwam uit in 1993. Sindsdien heeft ze niet alleen wereldwijd miljoenen platen verkocht, maar vooral een nieuwe betekenis gegeven aan wat het betekent om een popster te zijn. Haar jeugd heeft haar gevormd tot de muzikant die ze nu is. Ze schrijft en speelt haar nummers zelf en bepaalt ook hoe ze worden opgenomen. Ze combineert haar muzikale creativiteit met films, kunst, mode en technologie zoals geen enkele andere artiest dat ooit deed. Zingen is een soort ode aan zuurstof. Björk droeg eens een zwanenjurk naar een prijsuitreiking (rechts) en ging altijd graag creatief op de foto (onder) In de jaren daarop nam Björk albums op met allerlei verschillende bands die allerlei verschillende muzieksoorten speelden, van punk tot experimentele jazz. Ze deed haar best om haar muziek en stijl steeds zo ongewoon mogelijk te maken. Op een gegeven moment verfde ze zelfs haar haar oranje en schoor ze haar wenkbrauwen eraf! Als ze zong, gilde en huilde ze soms, maar dat waren niet de enige gekke geluiden waar ze muziek van maakte. Ze maakte bijvoorbeeld ook een ritme van het gesnurk van haar opa en van het poppende geluid van een popcornmachine. Björk wilde duidelijk een ‘pop’ in haar popmuziek. Tegen de tijd dat ze 20 was, zat Björk in een band die The Sugarcubes heette. Hun platen werden wereldwijd verkocht en kranten en tijdschriften waren gefascineerd door Björks gekke outfits en haar stem, die binnen een paar tellen van een kleinemeisjesfluister kon veranderen in een wildedierenbrul. B j ö r k G u ð m u n d s d ó t t i r 35

creatieve geesten

23

Leesfragment uit een Columbus kinderboek KAMPIOEN 2.0 Geschikt voor: groep 6-8

Olivier verliest op 11-jarige leeftijd zijn been. Dit weerhoudt hem er niet van om topsporter te worden! Hoe is het nu met hem? Dat lees je in Kampioen 2.0. Tien jaar na de eerste druk van Kampioen, en inmiddels 9 drukken verder, verschijnt Kampioen 2.0. In dit boek werken auteur Corien Oranje en topsporter Olivier van de Voort samen als schrijvers. Het eerste deel van de herziene editie is gebaseerd op de vorige editie van Kampioen, maar werd herschreven op basis van de herinneringen van Olivier. Daardoor komt zijn verhaal nog dichterbij. In het tweede deel komt de nu 23-jarige Olivier dan ook zelf aan het woord. Over hoe hij als 13-jarige met een handicap in een topsporter veranderde die alles aan de kant zet om zijn doel te bereiken: de Paralympics in Rio. Fragment uit het boek Vlak bij de douches zit een groepje zwemmers met een handicap. Zijn tegenstanders van zo meteen? Ze lijken elkaar allemaal te kennen. Een van de jongens herkent hij. Dat is iemand tegen wie hij gisteren gezwommen heeft. Iedereen is hier met vrienden. Hij is de enige die alleen is. Nou ja. Niet helemaal alleen. Hij heeft zijn coach bij zich. Zijn eigen privécoach. Papa. Die gisteren speciaal voor hem vrij heeft genomen van zijn werk om hier te kunnen zijn. Papa, die de wedstrijden met hem doorneemt, hem vertelt wanneer hij aan de start moet zijn, welke baan hij heeft, die met hem bespreekt hoe hij de race het best kan opbouwen, waar hij op moet letten. ‘Olivier? Die honderd rugslag, zo meteen ...’ Hij knikt. ‘Ja?’ ‘Ik heb zitten kijken. Je hebt de lichtste handicap van jouw groep. Dat betekent dat je je niet aan de anderen kunt optrekken. Je moet helemaal je eigen tempo zwemmen. Als je wilt winnen, moet je twee seconden voor de rest eindigen. Minstens. Want na jou komen er nog twee groepen zwemmers.’ ‘Oké.’ Hij knikt een paar keer achter elkaar, zijn hoofd gebogen, en wrijft met zijn handen over zijn gezicht. In gedachten heeft hij de race al honderd keer gezwommen. Het startblok. De afzet. Onder water zwemmen, zijn armen gestrekt achter zijn hoofd, tot het moment dat hij de vlaggen ziet. Doorhalen, strekken. De vlaggen. Het keerpunt. En dan de sprint. Zijn favoriete deel van de race. Kon hij de tijd maar vooruit laten springen. Hij wil zwemmen. Nu. Hij rekt zich uit. ‘Hoelang nog?’ Papa bladert in zijn papieren, streept iets aan. ‘Nog vijf groepen.’ ‘Nog vijf?’ Hij voelt hoe de spanning bezit van hem neemt, zijn buik in kruipt, en zich van daaruit verspreidt door zijn armen en benen. Nog vijf groepen. ‘Nog vier’, zegt papa even later. Hij wipt op en neer. Nog vier. Nog vier. Kom op.

24

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

‘Er is zo veel te winnen.’

‘Nog drie.’ ‘Kunnen we dan nu ...’ Papa glimlacht. ‘Oké, kom maar. Dan gaan we die kant wel vast op.’

CorienOranje OliviervandeVoort

De laatste groep is van start gegaan. Olivier staat bij zijn startblok en wacht ongeduldig tot de zwemmers voor hem klaar zijn en hij het water in mag. Hij kijkt naar zijn tegenstanders. Er is een jongen bij die een hand mist, en een gedrongen jongen met korte bovenbenen. Hij heeft geen idee wat de anderen hebben. Er is niks aan ze te zien. Hij ademt diep in en uit, slingert zijn armen los, rekt zijn spieren. Eindelijk is de race afgelopen. Een fluitsignaal. Hij springt het water in, trekt zijn mutsje nog een keer goed aan en pakt de beugels aan het startblok vast. Rugslag. Hij haalt diep adem. Let’s do this! Zodra het startsein klinkt, is hij weg. Hij golft door het water, kijkt niet links of rechts. Het maakt niet uit waar zijn tegenstanders zijn. Het enige dat telt is dat hij zo hard mogelijk gaat. De vlaggen, vlak voor het eind. Nog twee slagen, dan moet hij op zijn buik. Hij duikt onder, rolt, zet zich met zijn been zo hard mogelijk af tegen de muur, komt weer boven, zijn armen gestrekt. Dat voelde als een goede afzet. Kom op, nu door. Nu moet het gebeuren. Hij hoort niets. Hij ziet niets. Hij voelt de vermoeidheid, maar hij zwemt door, zo hard hij kan, in een laatste explosie van energie. De vlaggen. Hij tikt aan, kijkt omhoog, verbaasd dat het al voorbij is. Hij is eerder dan de andere zwemmers, maar hij heeft geen idee hoe hij het gedaan heeft. Is hij ver genoeg voorgebleven? Hij weet het niet. Hij weet alleen dat hij nog nooit in zijn leven zo hard gezwommen heeft. Hij klimt het water uit, gaat terug naar zijn plaats en droogt zich af. Wat papa tegen hem zegt, dringt niet door. Hij kijkt naar de jongens die klaarstaan bij de startblokken. Een jongen met een onderbeenamputatie, net als hij, maar veel breder en gespierder. Een jongen die zich vanaf zijn rolstoel in het water laat zakken, en een paar jongens aan wie hij helemaal niks kan zien. De stem uit de luidspreker. ‘Op uw plaatsen ...’ Het startsein klinkt. Ze zijn weg. Snel zijn ze. Sneller dan hij. Het maakt niet uit. Dit zijn de beste zwemmers van Nederland. Natuurlijk zijn ze sneller dan hij. Hij is pas een paar maanden geleden weer begonnen. Hij mag al blij zijn dat hij kon meedoen. Dat hij de limieten gehaald heeft. Als je meedoet, heb je al gewonnen.

Hoe het verdergaat lees je in Kampioen 2.0.

Uitgeverij Columbus Kinderboeken Auteurs: Corien Oranje en Olivier van de Voort

25

Activiteit uit de methode Basicly ZOEKT, EN GIJ ZULT VINDEN! Geschikt voor: groep 6-8

ACTIVITEIT

Zoekt, en gij zult vinden! Willen je leerlingen graag wat meer te weten komen over hun droomberoep, dan maken ze vast en zeker gebruik van hun beste vriend Google! Alleen, online is er zoveel informatie te vinden, dat ze soms door de bomen het bos niet meer zien. Hoe vind je dan precies wat je zoekt? Je volledige vraag in de zoekbalk typen; dat doen kinderen wel eens. En hoewel dat soms prima werkt, kan het natuurlijk veel efficiënter! Tijdens deze activiteit oefenen de leerlingen met het bedenken van efficiënte en bruikbare zoektermen. Je kijkt samen een video en speelt daarna de enige echte Google Quiz over bijzondere beroepen. Worden je leerlingen zoektermkanjers?

STAP VOOR STAP

Stap 1 Wat is een zoekterm eigenlijk? En hoe formuleer je er zelf een? Open de lespresentatie en bekijk de kennisvideo ‘Zoektermen’ klassikaal of individueel. Stap 2 Lees als leerkracht onderstaande tips. Misschien hebben jouw leerlingen hier ook wat aan! Probeer ze samen even uit met de zoekmachine. Gebruik je deze tips, dan vind je zeker wat je zoekt!

Tip 1 Gebruik de verschillende categorieën zoals afbeeldingen, maps (kaarten), video’s of nieuws. Deze categorieën vind je onder de zoekbalk. Voorbeeld: Wanneer je ‘Amster- dam’ opzoekt, kom je automatisch bij alle resultaten uit. Je kunt ook kiezen om alleen te zoeken naar bijvoorbeeld afbeeldingen, maps, nieuws of video’s. Tip 2 Gebruik de filters van de zoekmachine. Stel, jij zoekt het laatste nieuws uit de stad Amsterdam, dan klik je de categorie ‘nieuws’ aan. Vervolgens kun je ‘tools’ aanklikken. Hiermee kun je het meeste recente (nieuwe) nieuws bovenaan in je zoekresultaten krijgen. Dat scheelt weer zoeken!

26

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

Tip 3 Wees kort en bondig. Je vindt heus het antwoord wel wanneer je de hele vraag typt, maar dat kan natuurlijk sneller. Gebruik alleen trefwoorden en laat de rest zitten!

Stap 3 Gebruik de lespresentatie voor het spelen van de Google Quiz. Tijdens de quiz ligt de nadruk op het vinden van het antwoord met zo min mogelijk zoektermen. De quiz kun je individueel of in tweetallen spelen.

Stap 4 Geef tijdens de quiz per vraag twee minuten de tijd om het antwoord te vinden.

Maak dit zichtbaar met een timer. Kunnen ze wel wat sneller? Probeer ze eens één minuut of zelfs een halve te geven!

Stap 5 Het tweetal dat als eerste het juiste antwoord heeft gevonden, vertelt welke zoektermen zij gebruikt hebben. Wellicht is het een ander team ook met minder woorden gelukt!

Scan de QR-code voor de presentatie bij deze activiteit!

OVER BASICLY Kinderen kunnen zich niet meer inbeelden hoe de wereld eruit zou zien zonder technologie. Op het eerste gezicht lijkt het erop dat ze goed hiermee weten omgaan. Toch blijkt steeds opnieuw dat kinderen niet tot onvoldoende voorbereid zijn op de digitale samenleving. Met Basicly pak je dit als leerkracht structureel aan. De totaaloplossing voor digitale geletterdheid. Leerlingen ervaren wat technologie en media voor hen kan betekenen. Maar ook welke gevaren daaraan verbonden zijn. Met speelse en interactieve werkvormen open je hun ogen en ontdekken ze een wereld aan mogelijkheden.

27

Beroep onder de loep BEROEPENTEST Geschikt voor: groep 7-8

Beroepentest

Misschien weet jij al precies wat jij later wilt worden, maar het kan ook dat je daar nog helemaal niet mee bezig bent. Hoe dan ook, er zijn ontzettend veel verschillende beroepen. Bekende beroepen, maar ook be- roepen waar je misschien nog nooit van hebt gehoord. Om te ontdekken welke beroepen bij jou passen, is er deze test. je buurvrouW moet plotseling naar de tandarts en vraagt of jij vanmiddag op je kleine buurmeisje Wilt passen. Hoe reageer jij? Ik ben niet direct enthousiast. Ik heb er niet op ger kend en weet ook niet zo go d wat ik met zo’n klein buurmeisje moet d en. Ik vraag eerst of er niet ie and anders op kan pass n. Ik loop direct naar mijn buurmeisje en binnen een paar minuten zijn we gezellig aan het spelen. Ik heb zelfs niet door dat de buurvrouw vertrekt. Ik vraag hoe laat ik er moet zijn en ga tot die tijd andere dingen doen. Pas als de bu r- vrouw weer aanbelt, herinner ik me wat ik heb beloofd. 4 A B c Lees de vraag en de antwoorden die erbij horen. Denk er rustig over na en omcirkel vervolgens het antwoord dat het beste bij jou past. Aan het eind van de test staat wat voor jou belangrijk is bij het kiezen van een beroep.

Ik vraag of mijn buurmeisje bij ons thuis mag komen. Dan kunnen we samen met mijn knutselspullen aan de slag. De buurvrouw vindt het vast fijn om een schilderij te krij- gen dat haar dochtertje zelf gemaakt heeft.

D

1 5

je gaat volgende Week op vakantie en je moet zelf je spullen inpakken. Hoe pak jij dat aan? Ik begin direct met het opstellen van een lijst met spullen die ik wil meenemen. Zo weet ik zeker dat ik niks vergeet. Alles wat ik niet meer nodig heb voordat we vertrek- ken, pak ik alvast in. Hoe eerder ik hiermee klaar ben, hoe fijner ik het vind. Ik pak de grootste koffer die ik kan vinden en stop er zo veel mogelijk dingen in. Hoe meer ik kan meenemen, hoe beter. Soms vergeet ik wat ik al heb ingepakt, maar dat maakt me niet zo veel uit. Je kunt beter te veel meenemen dan te weinig. Als we volgende week op vakantie gaan, ga ik me daar nu nog niet druk om maken. Waarom zou ik alles al inpakken? Pas als we bijna vertrekken, bedenk ik wat ik mee wil nemen. En als ik er dan niet uitkom, vraag ik iemand om hulp. Mijn fantasie slaat meteen op hol bij het woord ‘vakantie’. Ik ren naar mijn kamer en maak een tekening of verhaal met vakantie als thema. Dat inpakken komt later wel. moe op scHool e n Werkstuk maken n daar ook nog Wat over vertellen aan e klasgenoten. Wat doe je? Ik begin zo snel mogelijk n w et precies hoe k dit aa ga pakken. Mijn rkstuk is mooi op tijd af en daardoor heb i ook nog tijd om en mooie presen at e voor te be- reiden. Ik weet meteen en onderw rp en begin vol o de moed. Maar na een oosje loop ik vast en weet ik niet goed hoe ik verder moet. Ik romm l wat an n beg n opnieuw met een ander onderwerp. Uiteindelijk helpen mijn ouders me om alles op tijd af te krijgen. Ik begin laat moge ijk en maak mijn werkstuk zo kort als maar kan. Ik sloof ook iet uit voor de p ese tatie. Ik kan best wat over mijn werkstuk vertellen zonder er meteen allemaal dingen bij te laten zien. Ik ben meer tijd kwijt met het zorgen dat mijn w rkstuk er mooi uitziet d n met het schrijven ervan. Ik kies leuke plaatjes uit en denk goed na over de beste plek daarvoor. Ook aan de voorkant van mijn werkstuk besteed ik veel tijd.

A A

B B

c c

D D

8 10

28

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

2

oeps, je opa is morgen jarig en je bent vergeten om een cadeau te kopen. Hoe los je dat op? Dit zou mij nooit overkomen. Ik schrijf alle verjaardagen op, zodat ik ze niet kan verge- ten. Ik heb mijn cadeau al een paar dagen geleden gekocht. Ik kijk in paniek mijn kamer rond en zie een tekening liggen die ik op school heb ge- maakt. Ik pak hem van de grond, strijk de kreukels eruit en schrijf er snel ‘Voor opa’ op. Probleem opgelost. Tja, te laat is te laat. Ik ga zonder cadeau naar opa’s verjaardag en ik hoop maar dat hij niet op een cadeau van mij gerekend heeft. Ik heb gelukkig genoeg spullen om zelf nog iets leuks voor opa te maken. Ik ga nog iets voor hem maken, waarvan ik zeker weet dat hij het leuk vindt.

A

B

c

D

3

je moet je kamer opruimen … Ik ben binnen vijf minuten klaar, want ik heb een enorme hekel aan rommel. Mijn ka- mer is eigenlijk altijd wel netjes. Ik pak spullen op en verplaats ze. Maar ik ben snel afgeleid door alles wat ik tegenkom en voor ik het weet ben ik met iets heel anders bezig dan het opruimen van mijn kamer. Pas als mijn ouders dreigen dat ik een week niet mag gamen of spelen, sjok ik naar mijn kamer en stop zo veel mogelijk dingen in de kast of onder mijn bed. Ik maak van de gelegenheid gebruik om mijn hele kamer te veranderen. Ik ruim niet al- leen mijn rommel op, maar verplaats ook mijn bed en mijn kast. Ik hang andere posters aan de muur en vraag of de muren van mijn kamer een nieuw kleurtje mogen.

A

B

c

D

9

29

Vervolg Beroep onder de loep BEROEPENTEST Geschikt voor: groep 7-8

4

je buurvrouW moet plotseling naar de tandarts en vraagt of jij vanmiddag op je kleine buurmeisje Wilt passen. Hoe reageer jij? Ik ben niet direct enthousiast. Ik heb er niet op gerekend en weet ook niet zo goed wat ik met zo’n klein buurmeisje moet doen. Ik vraag eerst of er niet iemand anders op kan passen. Ik loop direct naar mijn buurmeisje en binnen een paar minuten zijn we gezellig aan het spelen. Ik heb zelfs niet door dat de buurvrouw vertrekt. Ik vraag hoe laat ik er moet zijn en ga tot die tijd andere dingen doen. Pas als de buur- vrouw weer aanbelt, herinner ik me wat ik heb beloofd.

A

B

c

Ik vraag of mijn buurmeisje bij ons thuis mag komen. Dan kunnen we samen met mijn knutselspullen aan de slag. De buurvrouw vindt het vast fijn om een schilderij te krij- gen dat haar dochtertje zelf gemaakt heeft.

D

5

je moet op scHool een Werkstuk maken en daar ook nog Wat over vertellen aan je klasgenoten. Wat doe je? Ik begin zo snel mogelijk en weet precies hoe ik dit aan ga pakken. Mijn werkstuk is mooi op tijd af en daardoor heb ik ook nog tijd om een mooie presentatie voor te be- reiden. Ik weet meteen een onderwerp en begin vol goede moed. Maar na een poosje loop ik vast en weet ik niet goed hoe ik verder moet. Ik rommel wat aan en begin opnieuw met een ander onderwerp. Uiteindelijk helpen mijn ouders me om alles op tijd af te krijgen. Ik begin zo laat mogelijk en maak mijn werkstuk zo kort als maar kan. Ik sloof me ook niet uit voor de presentatie. Ik kan best wat over mijn werkstuk vertellen zonder er meteen allemaal dingen bij te laten zien. Ik ben meer tijd kwijt met het zorgen dat mijn werkstuk er mooi uitziet dan met het schrijven ervan. Ik kies leuke plaatjes uit en denk goed na over de beste plek daarvoor. Ook aan de voorkant van mijn werkstuk besteed ik veel tijd.

A

B

c

D

10

30

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

Dit waren alle vragen. Ga na welke letter je het vaakst omcirkeld hebt en lees hieronder wat dit over jou zegt.

meeste a’s Jij houdt van overzicht en netheid. Je weet graag waar je aan toe bent en houdt er niet van als dingen ineens anders gaan dan jij gewend bent. Als mensen jou vragen om iets te doen, kunnen ze er zeker van zijn dat je dit ook echt doet. En dat je het goed doet! Jij houdt er niet van om dingen af te raffelen. Je hebt een groot verantwoorde- lijkheidsgevoel. Beroepen waarbij het gaat om nauwkeurig en netjes werken, zijn echt iets voor jou. Die beroepen zijn er genoeg. Om er een paar te noemen: boekhouder, onderzoeker, laborant of bankier. meeste b’s Jij bent impulsief en doet graag dingen voordat je erover nadenkt. Je hebt veel energie en bent altijd ergens mee bezig. Je ziet vaak de positieve kant van de zaak, maar soms onderschat je daardoor din- gen. Als iets ineens veel moeilijker blijkt te zijn dan jij dacht, kun je daarvan in paniek raken. Gelukkig komt het vaak wel weer goed. Als jij iets af hebt, kijk je er bijna niet meer naar om, omdat je alweer met een volgend project bezig bent. Beroepen die goed bij jou passen, zijn beroepen waar je veel energie voor nodig hebt. Bijvoor- beeld: sporter, strandwacht, dierenverzor- ger of bouwvakker.

meeste c’s Jij maakt je niet snel druk en kent weinig stress. Dat heeft veel voordelen, maar kan ook wel lastig zijn. Je stelt dingen vaak uit tot het laatste moment, waardoor je dan ineens heel hard aan de slag moet. Toch lukt het je uiteindelijk wel om alles af te krijgen. En als het eens een keer niet lukt, maak jij je daar niet zo druk over. Dat doen anderen wel voor je. Jij vindt het prima als alles lekker zijn gangetje gaat. Beroepen waarin je lekker je gang kan gaan zonder al te veel gedoe om je heen, zijn geschikte beroepen voor jou. Denk bijvoorbeeld aan vrachtwagenchauffeur, hovenier, winkel- medewerker of kantoormedewerker. meeste d’s Jij bent ontzettend creatief en ziet overal nieuwe mogelijkheden en kansen. Je houdt ervan om mooie dingen om je heen te heb- ben en maakt deze ook zelf. Je kamer ver- ander je zo vaak mogelijk en je hebt een flinke voorraad hobbymateriaal. Een be- roep waarbij je deze creativiteit kunt inzet- ten, is voor jou helemaal top. Een kleine greep: goudsmid, illustrator, vormgever of stylist.

11

31

Vervolg Beroep onder de loep BEROEPENTEST Geschikt voor: groep 7-8

Verpleegkundige

cora van dalen

Een olifant nadoen (dat doe ik thuis, niet op mijn werk).

kan Heel goed:

cora is dialyseverpleegkundige. een dialyseapparaat haalt afvalstoffen uit iemands bloed en verwijdert het teveel aan vocht uit het lichaam. meestal doet je lichaam dit vanzelf. dat is de functie van je nieren; die zorgen ervoor dat je deze afvalstoffen uit plast. als je nieren niet goed werken, kan dat levensgevaarlijk zijn. op een dialyseafdeling zorgen artsen en verpleegkun- digen ervoor dat je de juiste behandeling krijgt als jouw nieren niet goed werken. Helaas maakt deze behandeling je niet beter, maar het zorgt er wel voor dat je in leven blijft.

bloed Voordat patiënten bij mij komen, zijn ze geopereerd en heeft een chirurg een extra groot bloedvat in hun arm gemaakt. Ver- volgens prik ik met speciale naalden in dit bloedvat. (Wie niet tegen bloed kan, kan dus beter geen dialyseverpleegkundige worden.) Aan de naalden heb ik eerst al- lerlei slangetjes en een dialyseapparaat (een machine) vastgekoppeld. Daardoor maakt het bloed in iemands lichaam een soort omweg. Via de naalden stroomt het door slangetjes langs het dialyseapparaat. Daaraan zit een kunstnier. Deze zuivert het bloed en haalt het teveel aan vocht eruit.

Terwijl dat gebeurt, controleer ik of het goed gaat door de patiënt in de gaten te houden en te vragen hoe hij of zij zich voelt. Ik moet het snel doorhebben als iemand zich ineens veel slapper voelt, of bleek begint te zien. Dan kan er iets aan de hand zijn. Soms onderzoek ik het bloed. Daardoor kun je ook veel over de gezond- heid van iemand te weten komen. Verder meet ik de bloeddruk van de patiënt, con- troleer ik ieder uur de machine en zorg ik ervoor dat alle informatie verwerkt wordt in de computer.

18

32

Kinderboekenweek 2021

AANGEBODEN DOOR:

patiënten Mensen die bij ons komen voor een behan- deling zijn langdurig ziek. Soms hun hele leven. Veel van deze patiënten hebben drie keer per week een behandeling nodig. Een behandeling duurt vier uur, dus je kunt wel nagaan dat we onze patiënten goed leren kennen. Dat vind ik ook erg belangrijk. Het is geen pretje om zo veel behandelingen te moeten ondergaan, daarom doe ik er graag alles aan om het voor onze patiënten zo fijn mogelijk te maken door bijvoorbeeld altijd tijd te maken voor een praatje. Ik heb het geluk dat ik zelf aan kan geven wanneer ik wel en niet kan werken. Na- tuurlijk is het niet zo leuk om op feestda- gen niet bij mijn gezin te zijn. Maar voor mijn patiënten is het nog veel minder fijn om op een feestdag bij ons te moeten ko- men. Zij zijn natuurlijk ook liever thuis. Daarom kies ik er juist voor om soms toch op feestdagen te werken. Samen met mijn collega’s doen we dan ons best om het ex- tra gezellig te maken voor onze patiënten.

eigenscHappen Inlevingsvermogen

Iedereen kan ziek worden, dus ik ontmoet veel verschillende mensen. Dan is het han- dig als je aanvoelt wat ze nodig hebben; dat noem je inlevingsvermogen. Samenwerken Ik werk in een team met andere collega’s. Het is belangrijk dat ik goed samenwerk, zodat onze patiënten de best mogelijke zorg krijgen. Technisch Omdat bij een dialysebehandeling veel techniek komt kijken, is het ook wel handig als je een beetje verstand hebt van tech- niek. Je moet apparaten kunnen aansluiten en begrijpen wat alle cijfers en piepjes be- tekenen. Nauwkeurig Verder moet je nauwkeurig zijn en veran- deringen snel zien en begrijpen. Duidelijkheid Ook moet je duidelijk kunnen uitleggen wat je doet en waarom je dit doet. En net zo belangrijk is het dat alle informatie over de patiënt in zijn of haar dossier (een soort rapport) komt te staan en dat moet wel op een heldere manier, zodat iedereen het be- grijpt.

19

33

TIPS EN INSPIRATIE voor thuis Op school wordt veel aandacht besteed aan lezen in de vorm van leesonderwijs, maar ook thuis is het goed om het lezen bij te houden en te oefenen. Daarom hebben we een aantal handige tips, leerzame activiteiten en inspirerende artikelen van Heutink voor thuis voor je op een rijtje gezet.

Tip Ook leuk

om te delen met ouders!

WWW.HEUTINKVOORTHUIS.NL

34

Kinderboekenweek 2021

Made with FlippingBook - professional solution for displaying marketing and sales documents online